• Wolderwijd logo
 
header jurist

Vaststellingsovereenkomst en WW-uitkering

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat arbeidsrecht voor werkgevers 18 januari 2022 2024

''Door ondertekening van deze overeenkomst verklaar werknemer uitdrukkelijk dat indien aan werknemer wel of geen uitkering wordt toegekend krachtens de Sociale verzekeringswetten of dat eventueel een strafkorting wordt toegepast, dan wel de uitkering wordt opgeschot, dit geen wijzging in deze vaststellingsovereenkomst brengt.''

Veruit de belangrijkste vraag van werknemers die een vaststellingsovereenkomst hebben ontvangen is of ze met de vaststellingsovereenkomst aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering. Dit is een terechte vraag omdat met het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst het dienstverband (in de meeste gevallen) op relatief korte termijn wordt beëindigd. Daarmee dus ook de loonbetalingen. Om niet direct zonder enige vorm van inkomsten op straat te staan is het allerbelangrijkste voor de meeste werknemers dus of ze wel of niet in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Als een werknemer in de vaststellingsovereenkomst vervolgens dan de bovenstaande (veelvoorkomende) bepaling leest geeft dat de burger bepaalt geen moed. Waarom komt deze bepaling (of een bepaling van gelijke strekking) dan toch zo vaak voor in vaststellingsovereenkomsten?

Het feit dat een werknemer moet verklaren dat het wel of niet krijgen van een uitkering niets uitmaakt voor de waarde van de vaststellingsovereenkomst maakt dat werknemers vaak onzeker worden over de vraag of ze wel of niet moeten tekenen. Als er in de vaststellingsovereenkomst dan ook nog eens staat opgenomen dat de werkgever op geen enkele manier garandeert dat de werknemer aanspraak kan maken op een WW-uitkering (daar was die vaststellingsovereenkomst toch juist voor bedoeld?!) is de onzekerheid bij de werknemer compleet. Toch is de bepaling (vanuit werkgeversoptiek) wel begrijpelijk. Uiteindelijk is het immers niet de werkgever die beslist of een werknemer wél of niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Dat is het UWV. Ook voor het bewustzijn van de werknemer is het goed dat deze bepaling in een vaststellingsovereenkomst staat opgenomen. Een werknemer die dit leest bedenkt zich -als het goed is- immers wel twee keer voordat hij de overeenkomst tekent. Bezint eer ge begint is het advies!

Het UWV gaat op basis van geldende beleidsregels na of een werknemer in aanmerking komt voor een WW-uitkering. De manier waarop een vaststellingsovereenkomst is opgesteld is een belangrijk aanknopingspunt voor de beslissing van het UWV. Onze juristen kennen de beleidsregels van het UWV en weten dus goed waar zij op moeten letten om te beoordelen of een werknemer met de aangeboden vaststellingsovereenkomst in aanmerking zou kunnen komen voor een WW-uitkering. Als werknemer doet u er dus altijd verstandig aan om uw vaststellingosvereenkomst te laten controleren. Juist ook om uw eventuele aanspraak op een WW-uitkering zo goed mogelijk in de vaststellingsovereenkomst te (waar)borgen. Heeft u een vaststellingsovereenkomst ontvangen en bent u benieuwd of uw WW-positie daarin goed gewaarborgd is? Neem dan contact op met één van onze juristen. Zij geven u graag de zekerheid waar u naar zoekt.

mr. M.S. Ducaat

mr. M.S. (Mariëlle) Ducaat


Jurist arbeids- en ontslagrecht

Mariëlle adviseert en procedeert namens zowel werkgever als werknemer bij arbeidsrecht gerelateerde onderwerpen. Hierbij kunt u denken aan ontslag (al dan niet middels een vaststellingsovereenkomst) maar ook disfunctioneren en ziekte. Mariëlle maakt zich graag hard voor uw belang. Bij vragen en/of opmerkingen kunt u haar bereiken via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over arbeidsrecht voor werkgevers:

Veelgestelde vragen: