• Wolderwijd logo
 
header jurist

Nieuwe koers voor planschade

De rechtspraak heeft in een recente uitspraak de mogelijkheid tot planschade ingeperkt

Nieuwe koers voor planschade

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat kantoor 07 juni 2013 2024

Planschade ontstaat als iemand schade lijdt ten gevolge van een wijziging van het planologische regime. De planschade wordt berekend door de maximale mogelijkheden van de oude planologische situatie te vergelijken met de maximale mogelijkheden die de nieuwe planologische situatie biedt. Het college van B&W kent degene die in een nadeligere positie terecht is gekomen vanwege de planologische wijziging een tegemoetkoming toe. In de Wro is een lijst opgenomen met schadeveroorzakende plannen waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend. Een bestemmingsplan kan een schadeveroorzakend plan zijn.

Bestemmingsplannen treden vaak al vroegtijdig in werking maar bevatten dan nog leemtes omdat niet geheel duidelijk is wat de bestemming voor een bepaald gebied exact zal worden. Voor die gebieden wordt er een uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan opgenomen met bijbehorende uitwerkingsregels waaraan de nog uit te werken bestemming te zijner tijd moet voldoen. Hoewel een bestemmingsplan in de wet is opgenomen als potentieel schadeveroorzakend plan geldt dat niet voor de uitwerkingsplicht. De Afdeling heeft nog niet zo heel lang geleden omtrent een planschadeverzoek overwogen dat een nog uit te werken bestemming op grond van de uitwerkingsplicht niet meegewogen mag worden in de planologische vergelijking ten behoeve van de planschade. Andere opvattingen zouden tot ongewenste situaties leiden, aldus de Afdeling.

In een recente uitspraak van 17 april 2013 lijkt de Afdeling deze koers echter te hebben verlaten. In deze uitspraak komt de vraag aan de orde of en zo ja in hoeverre de mogelijkheden van een nog uit te werken bestemming mogen worden betrokken bij een planvergelijking voordat het uitwerkingsplan is vastgesteld. Hoewel het uitwerkingsplan geen schadeveroorzakend plan is redeneert de Afdeling dat het ook geen toekomstig onzekere gebeurtenis is. Het is immers aannemelijk dat de nog uit te werken bestemming op enig moment gerealiseerd zal gaan worden. Een belanghebbende dient volgens de Afdeling dan ook reeds bij de inwerkingtreding van het bestemmingsplan rekening te houden met wat naar redelijke verwachting de invulling van de nog uit te werken bestemming zal zijn.

Deze uitspraak is van groot praktisch belang om twee redenen. Een bestemmingsplan heeft een looptijd van 10 jaar. Gedurende deze tien jaar heeft het college de tijd om het uitwerkingsplan te realiseren. Een vordering tot planschade verjaart echter 5 jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Dit vereist dus dat een belanghebbende binnen 5 jaar zijn planschadeverzoek indient. Het is op dat moment echter zeer goed mogelijk dat nog niet aan de uitwerkingsplicht is voldaan waardoor de daadwerkelijke schade nog onduidelijk is. Een belanghebbende zal dus ter onderbouwing van zijn planschadevordering zelf moeten inschatten wat de te verwachten schade zal zijn; een flinke opgave! Daarnaast is het voor belanghebbenden die onroerend goed willen kopen meer dan ooit van belang om het bestemmingsplan goed uit te pluizen. Doordat namelijk ook de (on)mogelijkheden van het uitwerkingsplan in de planologische vergelijking worden betrokken wordt in een oordeel over een eventueel planschadeverzoek belangrijk wat de koper tijde van zijn aankoop in redelijkheid mocht verwachten van de planologische ontwikkelingen.

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over kantoor:

Veelgestelde vragen: