• Wolderwijd logo
 
header jurist

Vrijwillig ontslag nemen door werknemer, toch WW

Een werknemer neemt vrijwillig ontslag op basis van een sociaal plan betekent niet per definitie dat een werknemer geen

Vrijwillig ontslag nemen door werknemer, toch WW

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat kantoor 19 augustus 2013 2024

In een hoger beroepskwestie die heeft gespeeld tussen het UWV en een werkgeefster heeft de CRvB beslist dat het ‘vrijwillig’ gebruik maken van een ontslagregeling door een werkneemster niet resulteert in een weigering van een WW-uitkering voor de werkneemster.

In de onderhavige zaak ging een werkgever in beroep tegen de toekenning door het UWV van een WW-uitkering aan een werkneemster die middels een vaststellingsovereenkomst (met een behoorlijke ontslagvergoeding) afscheid had genomen van haar werkgever. De werkgever stelde zich op het standpunt dat het UWV bij iedere WW-aanvraag een onderzoeksplicht heeft. Ook indien een ontslagname gebaseerd wordt op een sociaal plan kan niet zonder meer gezegd worden dat de werkneemster niet zélf heeft verzocht om beëindiging van het dienstverband, volgens de werkgever.

De werkneemster bepleitte echter dat zij door het P&O beleid van haar werkgever in een dusdanige positie was gebracht dat haar positie op de werkvloer onhoudbaar was geworden. Een uitkeringskracht had haar voormalige functie ingenomen en de werkneemster functioneerden volgens de werkgever onvoldoende in de passende arbeid die voor haar was gecreëerd. Vanuit dat perspectief voelde de werkneemster zich ‘tegen de muur gedrukt’ en heeft toen zelf aangestuurd op een beëindigingregeling op basis van het sociaal plan dat reeds voorhanden was.

Hoewel de stelling van de werkgever wellicht begrijpelijk is, namelijk dat de werkneemster zelf heeft verzocht om beëindiging van het dienstverband en er derhalve geen aanspraak zou mogen bestaan op een WW-uitkering, dacht de CRvB hier toch anders over. Op grond van artikel 24, eerste lid onder b van de Werkloosheidswet is een werknemer verwijtbaar werkloos geworden op het moment dat hij zelf om zijn ontslag verzoekt zonder dat aan de voortzetting van zijn dienstverband zodanige bezwaren zijn verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. Indien hij dit toch doet resulteert dit tot een negatieve beschikking op de aanvraag van een WW-uitkering. Indien een werkgever echter een verzoek doet tot beëindiging van het dienstverband kan een werknemer daar, behoudens uitzonderingen, wel mee instemmen zonder dat dit consequenties heeft voor zijn WW-uitkering.

De Raad overwoog in haar uitspraak dat deze laatste bepaling, die pas sinds 2006 van kracht is geworden, beoogt om een onderscheid te maken tussen werkloosheid die het gevolg is van een ontslag op initiatief van de werkgever (de a-grond) of een ontslag die het gevolg is van een verzoek door werknemer (de b-grond). Van belang is daarbij dat niet de wijze waarop het dienstverband eindigt van doorslaggevende betekenis is voor het recht op een WW-uitkering maar de reden voor beëindiging van het dienstverband. In de beleidsregels van het UWV is opgenomen dat beëindiging van het dienstverband als gevolg van bedrijfseconomische redenen in alle gevallen wordt aangemerkt als inititatief van de werkgever. Dit geldt dus ook indien vrijwillig door een werknemer gebruik wordt gemaakt van de vertrekregeling (in dit geval een sociaal plan) die tot stand is gekomen omwille van bedrijfseconomische redenen.

Het vrijwillig instemmen met een ontslag op grond van een vertrekregeling betekent voor werknemers dus niet automatisch dat zij hun recht op een WW-uitkering verspillen. Desalniettemin is het raadzaam om als werknemer, alvorens een beëindiging van het dienstverband op basis van een sociaal plan te opperen , vooreerst het sociaal plan goed te laten controleren door een jurist zodat u niet voor ongewenste verrassingen komt te staan bij de aanvraag van uw WW-uitkering.

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over kantoor:

Veelgestelde vragen: