• Wolderwijd logo
 
header jurist

Kan ik de huur voortzetten van mijn overleden moeder?

Kan ik uit huis worden gezet wanneer ik bij mijn moeder in woon en mijn moeder (huurder) is overleden?

Kan ik de huur voortzetten van mijn overleden moeder?

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat huurrecht voor verhuurders 08 januari 2019 2024

Ik woon sinds mijn scheiding bij mijn moeder in een huurwoning. Het was de bedoeling dat dit voor korte duur zou zijn maar aangezien het huis groot genoeg was voor ons tweeën en we geen last van elkaar hadden ben ik eigenlijk nooit meer weg gegaan. Mijn moeder is onlangs overleden. De verhuurder dreigt mij uit de woning te zetten terwijl ik er inmiddels al ruim 8 jaar woon. Kan dat zomaar?

Na het overlijden van een huurder zet een medehuurder automatisch de huur voort. Omdat u geen medehuurder bent moet er, om aanspraak te kunnen maken op voortzetting van de huur, sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Het begrip ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’ is niet scherp omlijnd en moet daarom altijd van geval tot geval bekeken worden. De ‘duurzaamheid’ van de gemeenschappelijke huishouding wordt bepaald door objectieve factoren, zoals bijvoorbeeld de duur van de gemeenschappelijke huishouding en subjectieve factoren, zoals de bedoeling van de betrokkenen voor de toekomst.

Onlangs heeft de hoogste rechter in Nederland zich gebogen over eenzelfde soort situatie als hiervoor beschreven.  Het ging om een zoon die - vanaf het moment dat hij meerderjarig werd - 38 jaar lang bij zijn moeder had gewoond en aanspraak maakte op voortzetting van de huurovereenkomst na haar overlijden. Om de duurzaamheid van de gemeenschappelijke huishouding aan te tonen had de zoon aangevoerd dat hij al die tijd samen met zijn moeder de woonkamer gebruikte, zij daar samen televisie keken, samen de maaltijden gebruikten en droegen zorg voor elkaar. De verhuurder stelde dat geen sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding omdat de zoon niet meebetaalde aan de huur of op andere wijze financieel bijdroeg aan het huishouden.

De Hoge Raad is het met de verhuurder eens, dat in dit geval geen sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Het gegeven dat de zoon geen financiële bijdrage leverde aan het huishouden is daarvoor een belangrijk objectief aanknopingspunt.

Het is dus onder meer afhankelijk van de vraag in hoeverre u daadwerkelijk contact had met uw moeder terwijl u met haar samen woonde en in hoeverre u financieel een gezamenlijke huishouding voerde. De gedachte van de Hoge Raad is echter dat in normale gevallen tussen een ouder en kind sprake is van een aflopende samenlevingssituatie omdat de kinderen "uitvliegen". Alleen in zeer bijzondere gevallen wordt er aangenomen dat er sprake is van een duurzaam gemeenschappelijke huishouding.

Heeft u (ook) een juridische vraag? Neem (vrijblijvend) contact met ons op. Wij adviseren u graag.

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over huurrecht voor verhuurders:

Veelgestelde vragen: